Categorieënspel staal

juf Krista;

Nadat we afgelopen jaar alle spellingcategorieën behandeld hadden kon ik dit spel met de leerlingen spelen. We hebben dit spel op twee verschillende manieren gespeeld.

Spel 1
Voor het eerste spel heb je zeven hoepels nodig, zeven A3 vellen en bij elk vel papier een potlood (of laat iedereen het eigen potlood meenemen).

Omdat het vies weer was heb ik dit spel in de speelzaal gespeeld.

Speel je het spel buiten, dan kan je i.p.v. het A3 papier en de potloden ook stoepkrijt gebruiken!

Leg de hoepels verspreid door de speelzaal. In elke hoepel leg je ook een categorie-kaart.

Het vel A3 papier leg je naast de hoepel. Het bakje met alle uitgeknipte woordkaartjes zet je aan de andere kant van de speelzaal, in de buurt van de leerlingen.

Laat de leerlingen om de beurt een kaartje pakken, ze bedenken dan bij welke categorie het woord hoort.

Het kaartje moet dan in de goede hoepel gelegd worden en het woord moet worden opgeschreven op het vel papier.

Als alle kaartjes op zijn loop je met de leerlingen langs de hoepels en controleer je samen of alle woorden in de juiste hoepel leggen.

Benoem ook regelmatig de regel die bij de categorie hoort.

 

Spel 2
Voor dit spel heb je alleen de categorie-kaarten en de woordkaartjes nodig – en twee bakjes om de kaartjes in te doen.
Op het plein leg je de categorie-kaarten goed verspreid neer. De leerlingen staan ergens bij elkaar op het plein. Pak dan een kaartje uit het bakje en lees hardop wat er op het kaartje staat. De bedoeling is dat iedereen zelf nadenkt en dan naar de goede categorie-kaart rent. Bespreek meteen waarom de leerlingen op de goede of verkeerde plek staan.

 

 

https://krista’s blog;https://bijkris.nl/